LEONARD PELTIER
26 JUNI 1975
Het vuurgevecht- Jumping Bull, Pine Ridge
Twee agenten van het FBI, Mr. Jack Coler en Mr. Ron Williams reden Op 26 juni 1975 het grondgebied van de Jumping Bull Ranch, een privaat eigendom in het Pine Ridge reservaat, binnen.
Zij reden in een wagen zonder kentekens, droegen burgerkledij en identificeerden zich niet als zijnde ‘politie’.
De verklaring later was dat zij in volle achtervolging waren van Jimmy Eagle, een jonge Indiaan die een paar versleten cowboy laarzen zou gestolen hebben.
Op dat moment hadden leden van het AIM (American Indian Movement) hun kamp opgeslagen op het land van Jumping Bull.
Zij waren daar op uitnodiging van de ouderen die om bescherming gevraagd hadden tegen het extreme geweld dat toen heerste in het reservaat.
Ook mensen die geen lid waren van het AIM, waren aanwezig.
Plots begon zonder gekende reden, het schieten.
Mensen schreeuwden dat zij aangevallen werden en de aanwezige mannen haastten zich het vuur te beantwoorden.
Een familie met kleine kinderen zat gevangen in het kruisvuur.
Toen de schermutseling voorbij was bleven de twee FBI agenten dood achter.
De US overheid beweerde dat zij gewond waren en van dichtbij in het hoofd geschoten werden.
Een jonge Indiaan Joe Stuntz Killsright (zie Dossier Peltier:In Memoriam pagina 10) lag ook dood.
Hij was in het hoofd geschoten door een sluipschutter.
Zijn dood werd nooit onderzocht!
In een minimum van tijd werden 30 mannen, vrouwen en kinderen die aanwezig waren op de ranch omsingeld door 150 FBI agenten, SWAT (Special Weapons and Tactics), BIA en Lokale vigilantes (GOONs) en het vuur werd geopend.
Zij konden met moeite ontkomen onder een hagel van kogels.
Nasleep
Het FBI begon onmiddellijk zijn onderzoek naar het vuurgevecht, het zogenaamde RESMURS onderzoek, en lanceerde meteen de grootste mensenjacht in de geschiedenis.
Boze agenten namen het huis van Jumping Bull onder vuur en lieten niets heel. Persoonlijke bezittingen werden aan flarden geschoten.
In de daaropvolgende dagen voerden FBI agenten in SWAT uitrusting terreuracties uit op huizen van willekeurige bewoners van het Pine Ridge reservaat.
Zij gingen verder met hun lange traditie van media- manipulatie; ze lieten artikels plaatsen die het BIA (Bureau of Indian Affairs) in een positief daglicht stelden en bemoeiden zich met de publicatie van artikels van “dissidenten” zoals Rev. Martin Luther King Jr en het verspreiden van artikels die hele leugens en halve waarheden bevatten over het schietgevecht.
Het FBI beweerde dat: “de agenten Coler en Williams werden vermoord in een koudbloedige hinderlaag door goedgetrainde guerrilla’s die zich verschanst hadden in geraffineerd ontwikkelde bunkers en vestingen, maar alvorens hen te doden hebben ze Willams laten smeken voor hun leven uit naam van Coler’s vrouw en kinderen”.
Andere verslagen vermeldden dan weer dat de lichamen van de agenten “doorzeefd“ werden met kogels.
Deze berichten werden later door directeur Clarence Kelley ingetrokken toen de reporters - die tot twee dagen na het schietgevecht niet op Jumping Bull mochten komen- de waarheid begonnen te ontdekken.
Selectieve vervolgingen
Al heel vlug richtte het FBI zijn onderzoek op belangrijke AIMsters waarvan ze wisten dat zij aanwezig waren tijdens de schietpartij, Leonard Peltier in het bijzonder.
Het onderzoek kwam in een stroomversnelling, onderzoekers manipuleerden bewijsstukken, namen er stukken en beetjes uit en deden er alles aan om hun zaak hard te maken.
Op korte tijd werden aanklachten uitgevaardigd tegen Leonard Peltier en zijn twee vrienden Dino Butler en Bob Robideau, die ook ter plaatse waren tijdens het gevecht.
De aanklacht , en tevens de oorspronkelijke reden van de aanwezigheid van de agenten op het privé terrein, tegen een vierde man, Jimmy Eagle, die geen AIM lid was, werd later ingetrokken.
De aanklagers gaven later, tijdens Peltier’s proces, toe dat Jimmy Eagle zelfs niet in de buurt van het reservaat geweest was op de dag van de schietpartij.
Hoe dan ook, FBI documenten brachten nog later aan het licht dat de regering beslist had om die aanklacht te laten vallen zodat “de federale overheid het volle gewicht van de aanklacht op Leonard Peltier kan richten”. Zij hadden een 'scapegoat' nodig!
Ondanks de aanwezigheid van vele anderen op Jumping Bull tijdens de bewuste dag, werd niemand anders grondig onderzocht tijdens het RESMURS onderzoek, zelfs niet diegenen die beweerden ‘erbij geweest‘ te zijn en pochten dat zij de agenten hadden doodgeschoten.
Niemand anders werd beschuldigd voor de dood van de twee FBI agenten.
Lees meer in het Dossier Peltier, te verkrijgen in de NAIS-shop: http://www.denaisgazet.be/shop