*28 NOVEMBER “UN-THANKSGIVING- DAY” – NATIVE AMERICAN HERITAGE DAY
TISHQUANTUM, DE “VRIENDELIJKE INDIAAN EN THANKSGIVING DAY”
Door NAIS
Op 28 november is het weer zover. Een deel van de blanke Amerikanen, afstammelingen van de Europese bezetters, zullen zich rond overvolle tafels, met vetgemeste kalkoenen scharen en hun God danken voor hun overvloed; voor hun prachtige kinderen die op de universiteiten uitblinken in sporten , voor hun knappe cheerleader- dochters, en hun nieuwe Mercedes. De President zal onder het oog van de mainstream -media met toeters en bellen een kalkoen gratie verlenen.
Leonard Peltier, zal zuchten in de gevangenis en zich afvragen waarom die kalkoen wél!
De Amerikaanse geschiedenisboeken vertellen het verhaal over hoe de pelgrims in 1620 aan boord van de Mayflower naar de Nieuwe Wereld trokken en voet aan land zetten in Massachusets. Ze vertellen over hoe slecht ze uitgerust waren om de harde winters in dat onbekende land te overleven.
Ze vertellen over hoe een indiaan, genaamd TISHQUANTUM of SQUANTO van de Pawtuxet stam, hen geleerd heeft om te overleven in hun nieuwe thuis; over hoe hij hen toonde hoe gewassen te verbouwen en optrad als vertaler tussen de pelgrims en Chief Massasoit van de Wampanoag-stam .
Dit alles kunnen we in de Amerikaanse geschiedenisboeken lezen.
Het merkwaardige aan het verhaal is dat Squanto de Engelse taal reeds machtig was voor de landing van de pelgrims.
Misschien was Squanto wel aanwezig bij de eerste oogst- viering van de pelgrims.
Hij was zéker aanwezig in 1621, toen hij na een lange strenge winter, waarin de Pelgrims de helft van hun groep verloren hadden door ziekten , werd voorgesteld aan de pelgrims door een andere indiaan Samoset.
Omdat hij het Engels zo goed meester was benoemde Gouverneur William Bradford hem als “ambassadeur van de indiaanse stammen.”
Prachtig verhaal!
Maar waar de geschiedenisboeken zeer vaag over blijven is het feit dat een tiental jaren voor de landing van de Mayflower Squanto, samen met andere indianen van zijn stam gevangen genomen werd en als slaven weggevoerd werden door de Engelse zeekapitein George Weymouth.
Volgens sommige bronnen werd Squanto in Malaga (Spanje) als slaaf verkocht aan een Spaanse Monnik.
De monnik maakte van hem een vrij man nadat hij zich tot het christendom bekeerde.
Als vrij man kon hij Engeland bereiken, waar hij de Engelse taal leerde.
Squanto wilde terug naar zijn volk, het was pas in 1618, 10 jaar na zijn kidnapping dat hij een schip vond dat hem thuis zou brengen.
Na tien jaar ballingschap was er niemand van zijn stam nog in leven.
De volledige Pawtuxet- stam was uitgeroeid door de pokken epidemie die de blanke kolonisten ‘deelden’ met de inheemse bevolking.
Squanto werd opgenomen in de Wampanaoag stam die in het huidige Plymouth leefden,
tot zijn vriend Samoset hem in 1621 in contact bracht met de pelgrims.
Daar maakte gouverneur William Bradford gretig gebruik van zijn kennis van het Engels. Squanto bleef bij de pelgrims tot zijn dood.
Over zijn dood schreef gouverneur William Bradford het volgende:
“...... hier kreeg Squanto een indiaanse koortsaanval. Hij bloedde erg uit zijn neus en na enkele dagen stierf hij. Hij vroeg me om voor hem te bidden zodat hij de God van de Engelsen zou kunnen ontmoeten in de hemel; en hij schonk al zijn aardse bezittingen aan zijn Engelse vrienden als aandenken van zijn liefde.....”
Iets anders hadden wij niet verwacht van verslagen die door de Engelse bezetter geschreven werden.
-Ondertussen weten we dat de diepgelovige en ‘vreedzame kolonisten zoals de Amerikaanse geschiedenisboeken ons willen doen geloven niet echt zo vredelievend waren.
- Waren Squanto’s motieven echt wel vredelievend of waren er diepere achtergronden. Hij heeft tenslotte maar 18 maanden in hun midden geleefd.
Hoe dan ook de oorspronkelijke bewoners van het Grote Schildpad Eiland hebben niet veel om “dankbaar” voor te zijn.!